Het morgenraam schuift blauw en blinkend
rechthoekig door mijn dromen heen.
Splinters geluid doorboren mij
en blijven steken in mijn hoofd.
De klok slaat waarschuwend alarm
en dreigend rolt de kamer op mij aan.
Terwijl ik wankel op het slappe koord
waarlangs de slaap geschrokken vlucht,
vangen je armen mij beschermend op
en in hun warmte raak ik met de dag verzoend.
Maar ergens blijft het heimwee hangen
- als een verraad - naar het eenzelvige gebied
waaruit de morgen mij verstoten heeft
en waarheen jij me niet kunt vergezellen.
rechthoekig door mijn dromen heen.
Splinters geluid doorboren mij
en blijven steken in mijn hoofd.
De klok slaat waarschuwend alarm
en dreigend rolt de kamer op mij aan.
Terwijl ik wankel op het slappe koord
waarlangs de slaap geschrokken vlucht,
vangen je armen mij beschermend op
en in hun warmte raak ik met de dag verzoend.
Maar ergens blijft het heimwee hangen
- als een verraad - naar het eenzelvige gebied
waaruit de morgen mij verstoten heeft
en waarheen jij me niet kunt vergezellen.