Ik besta als kracht van het verleden.
In traditie alleen bestaat mijn liefde.
Ik kom van de ruïnes, de kerken,
de altaarstukken, de verlaten
bergdorpen in de Apennijnen of Voor-Alpen
waar mijn familie heeft gewoond.
Als een gek loop ik langs de Via Tuscolana
langs de Appia als een hond zonder baas,
of bezie de schemer, de ochtend
boven Rome, de Ciociaria, de wereld,
als eerste bedrijvan van de Nageschiedenis,
die ik op mijn identiteitsbewijs mag bijwonen,
aan de verste zoom van een dood en begraven tijdperk.
Misgeboorte wie ter wereld komt
uit de schoot van een dode vrouw.
En ik, volwassen vrucht, zwalk rond
actueler dan alle actualiteit
op zoek naar familie die niet meer is.