Ingrid Jonker (1933-1965)

Ek het gedink dat ek jou kon vergeet,
en in die sagte nag alleen kon slaap,
maar in my eenvoud het ek nie geweet
dat ek met elke windvlaag sou ontwaak:

Dat ek die ligte trilling van jou hand
weer oor my sluimerende hals sou voel …
Ek het gedink die vuur wat in my brand
het soos die wit boog van die starre afgekoel.

Nou weet ek is ons lewens soos ’n lied
waarin die smarttoon van ons skeiding klink
en alle vreugde terugvloei in verdriet
en eind’lik in ons eensaamheid versink.


Tomas Tranströmer (1931 - 2015)

Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet met taal
begaf ik mij naar het sneeuwbedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.


Anne-Marie ten Berge

Het onbereikbare 
reikt verder dan ver.

Kom grote liefde
maak je zichtbaar
maak je kenbaar.

Reis dwars door 
horizon en vergezicht.

Kom.

Je voeten zal ik wassen.
Je lippen zal ik strelen.
Je ogen zal ik drogen.

Kom en blijf.

Charles Bukowski (1920 - 1994)


Style is the answer to everything.
A fresh way to approach a dull or dangerous thing
To do a dull thing with style is preferable to doing a dangerous thing without it
To do a dangerous thing with style is what I call art

Bullfighting can be an art
Boxing can be an art
Loving can be an art
Opening a can of sardines can be an art

Not many have style
Not many can keep style
I have seen dogs with more style than men,
although not many dogs have style.
Cats have it with abundance.

When Hemingway put his brains to the wall with a shotgun,
that was style.
Or sometimes people give you style
Joan of Arc had style
John the Baptist
Jesus
Socrates
Caesar
García Lorca.

I have met men in jail with style.
I have met more men in jail with style than men out of jail.
Style is the difference, a way of doing, a way of being done.
Six herons standing quietly in a pool of water,
or you, naked, walking out of the bathroom without seeing me.


Michel Faber

De op één na laatste keer

We wisten nooit wanneer
het voor de allerlaatste keer
zou zijn.
We wilden dat per se
niet weten.

We vreeën
de op één na laatste keer
steeds weer de op één laatste keer,
zo vaak als de tijd
ons dat toestond.

We gingen naar bed
en legden onze hoofden
naast elkaar, om te zien
waar je was gebleven.

Je ziekte vormde een
immens gebied, maar toch
wisten we je keer op keer

terug te vinden.