Als daar muziek is, wil ik die horen:
Ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
En omgeploegd met lange, diepe voren
En ongelovig, die de wellust en de pijn
Nog kennen. Die bezaten en verloren.
En als er wijsheid is, die geen vermoeidheid is,
En helderheid, die geen versterving is,
Wil ik die zien, wil ik die horen.
En anders wil ik zot en troebel zijn.