Vasalis


Ik zoek een misverstand om in te geloven.
Al mijn gedachten zitten binnen
En met hun voorhoofd aan de ruit
Van al mijn ramen, van onderen tot boven
Gedrongen, kijken zij mismoedig uit.

De oudste hebben kindergezichten,
Ze dansen en fluisteren met elkaar,
De jongste hebben rimpels, grijzend haar.
Ik wou dat het vreselijk ging waaien,
Zodat het volle, stille huis ging zwaaien
En dat de ramen openvlogen en de gedachten alle,
Geel, roze, wit, geluidloos als ze zijn
Op straat – er hoeft geen held te zijn,
Waarvoor ze het doen. Good afternoon.