Jean Pierre Rawie


Ursa minor I

De hemelboog wordt sedert weken
slechts door jouw sterrenbeeld beheerst,
en of ik nimmer had gekeken
zie ik de wereld voor het eerst.

Ik heb de straten en de stegen
waarvan ik elke tegel weet
om jouwentwille liefgekregen
en met betekenis bekleed.

En alle nooit van mij geweken
en steeds ondragelijker druk
verliest zijn dreiging vergeleken
met dit onmogelijk geluk.

Wat is geweest is om het even,
wat wordt van geen belang, zolang
ik zulke liefde nog kan geven
en zulke liefde nog ontvang.

Ik weet niet of dit nieuwe teken
mijn noodlot wel of niet vervult,
maar hart, ik sta voor deze weken
voor eeuwig bij je in de schuld.