Martinus Nijhoff


Het Lied der Dwaze Bijen

Een geur van hoger honing
verbitterte de bloemen
een geur van hoger honing
verdreef ons uit de woning.
Die geur en een zacht zoemen
in het azuur bevrozen
die geur en een zacht zoemen
een steeds herhaald niet-noemen.

ried ons, ach roekelozen
de tuinen op te geven
riep ons, ach roekelozen
naar raadselige rozen.
Ver van ons volk en leven
zijn wij naar avonturen
Ver van ons volk en leven
jubelend voortgedreven

Niemand kan van nature
zijn hartstocht onderbreken
Niemand kan van nature
In lijve de dood verduren
steeds heviger bezweken
steeds helderder doorschenen
steeds heviger bezweken
naar het ontwijkend teken

stegen wij en verdwenen
ontwoerd ontlijefd ontzworven
stegen wij en verdwenen
als glinsteringen henen.
Het sneeuwt, wij zijn gestorven
huiswaarts omlaag gedwereld
Het sneeuwt, wij zijn gestorven
het sneeuwt tussen de korven.