Na zoveel blindelings verspilde tijd,
zoveel in duisternis doorwaakte nachten;
na zoveel steeds dezelfde jammerklachten
en zoveel zuchten van zwaarmoedigheid;
na zoveel dat niet was wat ik verwachtte,
zoveel verdriet en zoveel zelfverwijt;
na zoveel tranen, vruchteloos geschreid,
en zoveel tochten die mij nergens brachten,
heb ik ten lange leste niets in handen
dat dat ik het goedkoop bedrog doorschouw
waar elk verlangen is op doodgelopen.
Nu zie ik door hoe door schade en door schande
de ziel van dag tot dag met diep berouw
de vreugde dezer aarde moet bekopen.