Lucian Blaga

Je bent alles wat ik heb, mijn vergankelijke lichaam,
en toch
tooi ik je hoofd en haren niet met witte en rode bloemen,
want je magere leem
is al te smal voor die geweldige ziel
in mij.

Geef me een lichaam,
bergen 
en zeeën,
geef me een ander lichaam, waarin ik mijn waanzin kwijt kan,
mijn hele waanzin!
Weidse aarde, wees mijn romp,
wees de boezem van dit onstuimige hart,
word de plek van de stormen die me verpletteren,
wees de amfora van mijn eigenzinnige ik!
Door het heelal
zou je dan mijn statige stappen horen
en me vurig en vrij zien verschijnen
zoals ik ben,
heilige aarde.

Mocht ik liefhebben
dan zou ik de zeeën naar de hemel uitstrekken
als een paar sterke, brute en gloeiende armen,
om de hemel te omvatten,
zijn middel te verbrijzelen
en zijn vonkelende sterren te kussen.

Mocht ik haten
dan zou ik de armzalige, rondzwervende zonnen
vertrappen
onder mijn rotsvoeten
en er misschien nog om lachen ook.

Maar je bent alles wat ik heb, mijn vergankelijke lichaam.