In liefde nabij
Ik denk aan jou, met zon in zee weerschijnend
op mijn gezicht.
Ik denk aan jou, wanneer het maanlicht kwijnend
de bron verlicht.
Ik zie je als langs paden, ver gelegen,
het stof opsteekt,
als 's nachts bij wie zich waagt op smalle wegen
de angst uitbreekt.
Ik hoor je telkens als met woest gedonder
de golfslag smoort.
Ik luister graag in stille wouden, zonder
dat iets me stoort.
Samen zijn wij, al ben je nog zo verre,
dicht bij elkaar.
De zon daalt. Weldra fonkelen de sterren.
Was jij er maar!