Pieter Boskma

Al had ik nog geen ogenblik geslapen,
het was mij toch alsof ik wakker werd.
De kleuren waren magnifiek en ik zag je
ook heel scherp, maar het was al zover

dat jij achteruitweek toen ik op je afliep
en op dezelfde afstand bleef, hoe ik
ook mijn best deed dichterbij te komen,
zoals je wel eens hebt in bange dromen,

wanneer je op de vlucht beschutting zoekt,
in slow motion voortrent naar de straathoek
die blijft wijken, je zult hem nooit bereiken …

Ineens dacht ik aan de avond, een zomer lang geleden,
dat wij het in de duinen voor het eerst met elkaar deden,
en zag jou net als ik voor die herinnering bezwijken …