Pessoa


Nu dan, vandaag dat ik alleen ben en kan zien
Met dat vermogen van het hart, te zien
Wat ik niet ben, al wat ik niet kan zijn,
Wat ik, als ik het was, vergeefs zal zijn,
Vandaag, ik zeg het u, wil ik duurzaam
Beseffen dat ik niemand ben,
En van mijzelf, hooghartig, mij ontslaan
Wijl ik mijn feilen onderken.

Ik heb gefaald in alles, zonder iets te wagen,
zonder iets te doen of iets te zijn,
Noch heb ik, in de distels mijner dagen,
De bloem geplukt van gelukkige schijn.

Rest mij - want ergens is de arme rijk
Als hij het maar wil weten -
De grote onverschilligheid die bij mij blijft.
Ik schrijf het op, om het niet te vergeten.