Verder word ik gedreven,
een onbekend land in.
De grond wordt harder,
de lucht prikkelender, kouder.
Aangeroerd door de wind
die mij toewaait
vanuit een mij onbekende einder
trillen de snaren in afwachting.
Aldoor vragend zal ik aankomen
daar waar het leven wegklinkt -
een klare zuivere toon
in de stilte.
uit: Merkstenen Pinksteren