Hans Lodeizen

je hebt me alleen gelaten 
maar ik heb het je allang vergeven 

want ik weet dat je nog ergens bent 
vannacht nog, toen ik door de stad 
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas 
van een badkamer 

en gisteren hoorde ik je in het bos lachen 
zie je, ik weet dat je er nog bent 

laatst reed je me voorbij met vier 
andere mensen in een oude auto 
en ofschoon jij de enige was die 
niet omkeek, wist ik toch dat jij 
de enige was die mij herkende de enige die 
zonder mij niet kan leven 

en ik heb geglimlacht 

ik was zeker dat je me niet verlaten zou 
morgen misschien zul je terugkomen 
of anders overmorgen of wie weet wel nooit 

maar je kunt me niet verlaten