Ik kwam bij je met verhalen,
Hoe de zon was opgekomen,
Hoe zij met haar felle stralen
Speelde in 't lover van de bomen;
Hoe het hele bos ontwaakt was
En van lentelust doordrongen,
Ieder twijgje aangeraakt was
En hoe alle vogels zongen;
Hoe door hartstocht diep bewogen
Ik naar jou werd toegedreven,
Hoe mijn ziel, nog steeds bevlogen,
Voor 't geluk en jou wil leven;
Hoe gevoelens mij omringen
Van geluk, als nooit tevoren.
'k Weet nog niet wat ik zal zingen,
Maar een lied wordt straks geboren.