Je kunt op hem rekenen, hij is altijd thuis. Mijn plataan.
De taal der seizoenen die hij me onthult, is uiterst welsprekend en leert me geduld.
Niet altijd haasten op zoek naar gewin.
Stilstaan geeft dikwijls beduidend meer zin, aan het bestaan.
Een boom kan niet praten wordt dikwijls beweerd.
Maar ik hoor hem wel eens niet gearticuleerd, keer op keer, wanneer ik van hot naar her ben geracet.
Als het een vervelende dag is geweest. Als ik door mijn partner ben afgesnauwd.
Dan ritselt hij zacht dat hij wel van me houdt, zonder meer.
Ik word ook wel eens door hem op mijn nummer gezet, als ik luister naar hem als het stormt in mijn bed. Windkracht 8.
Dan fluit hij me uit en sabelt me neer, dan gaat hij indrukwekkend te keer.
Hij doet me beseffen hoe nietig we zijn.
Hij hoort mijn pretenties en ik word heel klein, in de nacht.
Maar meestal kalmeert hij en sust de boom in mijn tuintje.
Zie hem daar rustgevend staan. Hij loopt niet, hij vliegt niet, hij staat.
Gastvrij voor de vogel die aan het nestelen slaat.
Misschien overdrijf ik een beetje, dat kan.
Maar ik zag tot nu toe niet voortreffelijker dan, mijn plataan.