Jules de Corte

Ik zing een liedje voor de hopelozen
Die levenslang nog nooit werden verstaan
Misschien omdat zij andere wegen kozen
Die wij met goed fatsoen niet durfden gaan
Wij leven immers langs een vaste baan
Bezaaid met dogma's en met zekerheden
Waarmee we zijn vertrouwd van kinds af aan
Die stammen uit een schoon en ver verleden

Misschien hebben zij vroeger ook gebeden
Misschien met zoveel meer geloof dan zij
Die het alleen op vaste uren deden
als ging het om een alledaags karwei
Zij wilden niet meer verder in de rij
De vromen die hoewel ze goed belijden
Elkaar in zijn naam dagelijks bestrijden
Ten bate van hun kerk of hun partij

Was steeds het koren van het kaf gescheiden
De mens die dorstte naar gerechtigheid
Had niet steeds dieper hoeven af te glijden
Tot in het nihilisme van zijn tijd
Nu is hij al zijn hoop en houvast kwijt
En zoekt vergeeft naar ongeschonden rozen
En strijd vergeefs zijn hopeloze strijd
Ik zing een liedje voor de hopelozen



Lévi Weemoedt

Liefde is

Ach! hoeveel kopjes trok ik van dit zakje thee?
In hoeveel verzen heb ik jouw gezicht bezongen?
Ja, hoeveel maal verdween de zon in zee?
En hoeveel teer bleef achter in mijn longen?

Op hoeveel fietsen reed ik daaglijks naar je toe? 
En hoeveel smoesjes zijn er in je opgerezen?
Zo veel, dat thans statistisch is bewezen:
`De liefde is toch zo een droef gedoe…` 


Guy van Hoof

Bestand 

Ik heb een broos bestand getekend 
met het leven, afspraak 
over tot hoe ver de pijn mag gaan 
en de slijtageslag. 
De wapenstilstand houdt geen dag lang 
stand, verdragen door een officiële 
hand bekrachtigd 
blijken dode letter op papier. 

Er is geen hier 
er is geen nu. 
Er zijn de stromen in hun bedding 
en er is het vuur onder de grond. 

Er zijn ook ondoorgrondelijke feiten: 
voedseloverschotten 
en het leeggekapte bos, 
het radeloos geweld en de verkaveling 
van mensenlevens 
als een voorschot op de dood. 

Er zijn de woorden en verklaringen 
waarin geen zinnig mens 
een echo van de waarheid hoort. 


Herman de Coninck

Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt) -
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.

Kom maar op, lezer, maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.

(Intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet helemaal
als in een gedicht? 





Gerrit Achterberg

SLAAPWANDELING

Ik heb vannacht met u gewandeld
in de dove lanen van de slaap,
en nu het morgen is geworden
is er niets veranderd,
dan dat die twee, die in de nacht tesaam
volkomen bij elkander waren,
mij weer alleen gelaten hebben in de morgen,
en samen verder zijn gegaan.


Gerrit Achterberg

RETROGRADE 

Gij hebt een voorsprong in het niet
De dodelijke achterstand,
die zich met ieder uur vergroot,
verhindert niet dat ik uw hand
terug kan vinden in mijn hand.
Achter mij volgt een dubbelspoor
voetstappen in het zand,
hoewel ik u naast mij verloor.




Marinus van der Lubbe

O arbeid

Niet de partijen, niet de stellingen,
niet de woorden, niet het zijn;
Leven of sterven, winnen of verliezen,
het is alles één;
Recht of waarheid, blijft alles hetzelfde,
zonder arbeid is er géén;
Arbeid alleen kost al dit leven,
Leven is dus arbeid alléén.