Jorge Luis Borges

Spinoza

De doorschijnende handen van de jood
Bewerken in de schemer de kristallen
En de middag, angst en koude, gaat dood.
(Eén middag is het evenbeeld van alle.)
De handen en de ruimte van een paarse tint
Die allengs verbleekt binnen de ghetto-grens
Bestaan ternauwernood voor deze kalme mens
Die droomt van doorzichtig labyrint.
Zijn roem, weerschijn van dromen in de droom
Van een andere spiegel, geeft hem geen schroom
Terwijl de gloed der deernen geen beletsel is.
Vrij van metafoor, van mythe, bewerkt de
Mens een harde kristal: de onbeperkte
Plattegrond van Hem die al Zijn sterren is.



Jorge Luis Borges

Het geschrevene dat diegenen nalieten
Op wie jouw angst zich beroept kan je niet redden;
je bent de anderen niet en je weet je thans
Centrum van het labyrint dat jouw stappen
Vlochten.  Niet de doodsstrijd van Jezus 
Noch die van Socrates, noch de sterke gouden
Siddharta die bij het doven van de dag
De dood in een tuin aanvaardde zal je redden. 
Stof is ook het woord geschreven door 
Jouw hand of uitgesproken door jouw mond. 
De Hades kent geen mededogen
En de nacht van God is eindeloos.
Je bent gemaakt van tijd, de onophoudelijke
Tijd. Je bent ieder afzonderlijk moment.


Thomas Campion

What if a day, or a month, or a yeare
Crown thy delights with a thousand sweet contentings?
Cannot a chance of a night or an howre
Crosse thy desires with as many sad tormentings?
          Fortune, honor, beauty, youth
          Are but blossoms dying;
          Wanton pleasure, doating love,
          Are but shadowes flying.
          All our joyes are but toyes,
          Idle thoughts deceiving;
          None have power of an howre
          In their lives bereaving.

Earthes but a point to the world, and a man
Is but a point to the worlds compared centure:
Shall then a point of a point be so vaine
As to triumph in a seely points adventure?
          All is hassard that we have,
          There is nothing biding;
          Dayes of pleasure are like streames
          Through faire meadowes gliding.
          Weale and woe, time doth goe,
          Time is ever turning:
          Secret fates guide our states,
          Both in mirth and mourning.

Sapfo

(…) eerlijk, ik wou dat ik dood was,
ze huilde toen ze mij moest verlaten
en in tranen zei ze me:
O, wat is dit erg voor ons,
Sapfo, tegen mijn wil ga ik bij je weg.
Maar ik gaf haar dit antwoord:
Vaarwel, ga gerust en denk aan mij,
want jij weet toch hoe wij van elkaar hielden,
zo niet, dan wil ik je helpen
herinneren ...
... en al het mooie wat wij beleefden,
veel kransen van viooltjes,
rozen en krokussen hingen om jou
... terwijl je bij me was