Omar Khayyam (1048–1131)


Veel kostbaar bloed heeft ‘s werelds loop gestort
en menig bloem is onverhoopt verdord;
verhef u niet op jongzijn en op glans,
de knop valt af, eer zij geopend wordt.


Wij gaan en komen en de winst is waar?
en weven draden en het kleed is waar?
In ‘s hemels welving zijn tot stof verbrand
vele weldenkenden; hun rook is waar?


De wereld gaat en gaat, als lang na dezen
mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.
Wij werden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.




vertaling: J.H. Leopold