Rainer Maria Rilke (1875-1926)

Het is tijd, lief. De zomer was zo rijk.
Nu de schaduw op de zonnewijzers komt
en de winden waaien, los en vrij.

De laatste vruchten zullen rijp zijn;
verleen hun nog twee zuidelijker dagen
tot volkomenheid en geef
een laatste zoetheid aan de zware wijn.

Wie nu geen huis heeft, bouwt er geen.
Wie nu alleen is, zal lang eenzaam blijven,
zal waken, lezen, lange brieven schrijven
en onrustig door de lege lanen dwalen
als bladeren meegenomen door de wind.