Yella Arnouts

Ik ben begonnen.
Net als u ben ik begonnen.
Uit de volte van een man,
in de holte van een vrouw.
Van stof zijn we verzonnen.

Ik heb gedanst.
Net als u heb ik gedanst.
In de cadans van zinnen en gebaren.
In mijn naam danst de stad Gdansk.
Uit ieders dans laaien we eender op.

Er is uw stad. Ze is van steen.
Ze doet alsof.
In haar boek ben ik een teek,
mijn naam, minder dan een apostrof.
En toch, ook zij, als wij, van stof.

Ongezien stierf ik hier wel duizend keer.
Ergens in uw nergens ging ik dood.
Dood ben ik wat ik altijd was.

Wij zijn van dans,
van vlees en bloed verzonnen.
wij zijn uit laaiend stof gemaakt.

Het is nu tijd.
Strooit u me uit in zingend gras
opdat ik zing:

ik ben begonnen.