Ingrid Jonker (1933 - 1965)

Ik had gedacht dat ik je kon vergeten,
en in de zachte nacht alleen kon slapen,
maar in mijn onschuld heb ik niet geweten
dat ik bij elke windvlaag zou ontwaken:
Dat ik lichte trilling van je hand
weer langs mijn sluimerende hals zou voelen –
Ik die dacht dat het vuur in me brandde
als de witte sterrenbaan zou zijn afgekoeld.
Nu weet ik dat onze levens zijn als een lied
waarin de smarttoon van onze scheiding klinkt
en waar alle vreugde terugvloeit in verdriet
en uiteindelijk in onze eenzaamheid verzinkt.