K.P. Kavafis


Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.

Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.

Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
't Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.

En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka's beduiden.

J. Slauerhoff


Verlangen

Wij wachten daaglijks dat morgen
Vrijheid aanbreken moet,
Om nooit meer te gaan in ‘t verborgen
Terug – ons licht voorgoed.

Gebeuren zal dit niet,
Zoomin als een engel daalt
Naar streken waar verdriet
Tot wanhoop wrang verschaalt,

Niet volgens onze orde:
‘t Geluk wacht zijn eigen tijd
Om geboren te worden
Binnen de werkelijkheid.

Maar ééns, door levensengte
Breekt haar rijk open, wijd…
Wij werden ingewijd
En weten sinds zij ons wenkte:
“Ik kom op tijd.”

Hendrik Marsman


Brief aan een vriend

Tracht, na uw vijftigste jaar,
langzaam te leren, dat het goed is
als de bladeren vallen;
de sterken worden dan toch nog lang niet gerooid;
zeg tot uzelf: ‘ik wil pas vallen
onder den winterstorm’,-
mij kan soms nu het verlangen al overvallen
naar onze latere jaren,
als ik niet meer gekooid
in dit zwerfziek verlangen
wonen zal in het huis aan de brede rivier.
hoe goed zal het zijn
de dagen te laten verstrijken
met roeien en jagen;
om verweerd en rijzig het land te doorlopen
en te ervaren dat het verhaal van ons leven
den slag van het water gaat krijgen
dat wij rijpen bij wind en weer.
dan slaat ook de gloed niet zo licht meer
met snelle en vluchtige slagen naar buiten
in gelach en geween;
maar er zal een stil vuur in ons zijn,
verborgen in merg en been,
zwervend door het oneindige land
zullen wij sterker en rustiger zijn,
opgenomen in het stromend verband
der seizoenen, dieper verwant
met de ruimte en het wisselend weer,
en dan?
dan zitten wij ’s nachts bij het vuur
en ik lees u voor uit een boek,
dat ik dan heb geschreven,
een boek als “De Waterman”.
of lacht ge, dat dat niet kan?
waarom niet, ik ben immers nog jong.
kent gij de verborgen wegen?
het roer kan nog zesmaal om!
laat uw humor, uw gloed, uw snelle boosaardige tong
u vooral niet begeven
en bezoek mij, eenmaal,
in het huis van mijn ouderdom.

Emily Dickinson


Succes is counted sweetest
By those who ne'er succeed
To comprehend a nectar
Requires sorest need

Not one of all the purple Host
Who took the Flag today
Can tell the definition
So clear of Victory

As he defeated - dying -
On whose forbidden ear
The distant strains of triumph
Burst agonized and clear!

Hans Andreus


Waarschijnlijk heb ik niets met je te maken
of minder en steeds minder dan het scheen,
toen je je lichaam vouwde om mij heen
en wij de veranderde woorden spraken.

Geen vogel schreeuwt ons van de koude daken.
Voor de zoveelste keer: wij zijn alleen.
Wij zagen hoe de ruimte brak, verdween,
de beelden achter onze ogen braken.

En na al het geluk: ik ken je niet;
na al de misère: ik ben het niet,
die, dwaas als een mens, blindvloog in je armen.

Wachten is het genadebrood der armen.
Ik wacht een leven af, een nieuwe huid
en wens je geluk. Dit geluk is uit.

Jean Pierre Rawie


Ursa minor I

De hemelboog wordt sedert weken
slechts door jouw sterrenbeeld beheerst,
en of ik nimmer had gekeken
zie ik de wereld voor het eerst.

Ik heb de straten en de stegen
waarvan ik elke tegel weet
om jouwentwille liefgekregen
en met betekenis bekleed.

En alle nooit van mij geweken
en steeds ondragelijker druk
verliest zijn dreiging vergeleken
met dit onmogelijk geluk.

Wat is geweest is om het even,
wat wordt van geen belang, zolang
ik zulke liefde nog kan geven
en zulke liefde nog ontvang.

Ik weet niet of dit nieuwe teken
mijn noodlot wel of niet vervult,
maar hart, ik sta voor deze weken
voor eeuwig bij je in de schuld.

Gerrit Achterberg


Droomschuim was deze nacht
Een gaaf gezicht en warme kleren
Wij spraken veel en vlug
Omdat het niet kon duren

Je was hertrouwd, hij zag
Onze intimiteiten
Hij sloeg zijn ogen neer
Zonder verwijten

Je sloeg op hem geen acht
Herroepelijk ontstonden
De oude plattegronden
In vogelvlucht, in vogelvlucht

Je zei: "Nu moet ik terug"
Je mantel en haar werden stug
Toen ben ik wakker geschrokken
Op de scharnieren der eeuwigheid
Draaide de tijd
Dicht als een deur achter je rokken

H. Marsman


Paradise Regained

De zon en de zee springen bliksemend open:
Waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.

Zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van ‘t water,
voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
die zorgeloos zingt langs het eeuwige water

een held’re verruk’lijk-meeslepende wijs:

‘het schip van de wind ligt gereed voor de reis,
de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
de morgen en nacht twee blauwe matrozen -
wij gaan terug naar ‘t Paradijs.’

Carlos Drummond de Andrade


Troost op het strand

Kom nou, niet huilen
Je kinderjaren zijn verloren.
Je jongensjaren zijn verloren.
Maar het leven is niet verloren.

De eerste liefde is voorbij.
De tweede liefde is voorbij.
De derde liefde is voorbij.
Maar het hart gaat door.

Je hebt je beste vriend verloren.
Je hebt geen reis gewaagd.
Je bezit geen huizen, schepen, grond.
Maar je hebt een hond.

Je bent door een paar harde woorden,
zacht gezegd, gegeseld.
Nooit, nooit zal de wond meer helen.
Maar - en je gevoel voor humor dan?

Voor onrecht is geen oplossing.
In de schaduw van deze verkeerde wereld
heb je een bedeesd protest gestameld.
Maar andere zullen volgen.

Je zou je, alles wel beschouwd,
meteen maar in het water moeten gooien.
Je ligt naakt in het zand, in de wind ...
Slaap zacht, mijn zoon.

Anne Sexton


The Fury of Overshoes

They sit in a row
outside the kindergarten,
black, red, brown, all
with those brass buckles.
Remember when you couldn't
buckle your own
overshoe
or tie your own shoe
or cut your own meat
and the tears
running down like mud
because you fell off your
tricycle?
Remember, big fish,
when you couldn't swim
and simply slipped under
like a stone frog?
The world wasn't yours.
It belonged to
the big people.
Under your bed
sat the wolf
and he made a shadow
when cars passed by
at night.
They made you give up
your nightlight
and your teddy
and your thumb.
Oh overshoes,
don't you
remember me,
pushing you up and down
in the winter snow?
Oh thumb,
I want a drink,
it is dark,
where are the big people,
when will I get there,
taking giant steps
all day,
each day
and thinking
nothing of it?


M. Vasalis


Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen,
stil staan en kijken met mijn ogen open
en languit op de harde grond gaan liggen,
er mijn gezicht op drukken en niets zeggen.
Maar 't meeste lijk je op de grote lucht erboven,
waar ruimte is voor buien licht en donkre wolken
en op de vrije wind daartussen,
die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen
bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.

Vinicius de Moraes


You don't have to be a man, it's enough to be human, it's enough to have sentiment, it's enough to have heart. You have to know how to speak or be quiet, more than anything you have to know how to listen. You have to like poetry, dawn, a bird, the sun, the moon, the song of the winds and the music of the breeze. You must have love, a great love for somebody, or feel a void of not having that love. You must love your neighbor and respect the pain the passer-by carries with him. You must keep a secret without sacrificing.

You don't have to be first-hand or even second-hand. You may already have been deceitful, for all friends are deceitful. You don't have to be pure, nor totally impure, but you shouldn't be vulgar. You should have an ideal and fear of losing it and, in case you are not like that, you should feel a great vacuum which that leaves. You must have human resonances, your principal objective should be that of a friend. You should feel pity for sad persons and comprehend the immense emptiness of the lonely. You should like children and lament those who could not be born.

Look for a friend to like the same tastes, who is moved when called a friend. Who knows how to converse about simple things, the dew, the great rains, and the recollections of childhood. You need a friend so as not to go mad, to talk about what transpired, beautiful and sad things during the day, of the yearnings and realizations, the dreams and reality. You should like deserted streets, puddles of water and wet roads, the edge of the street, the countryside after the rain, to lie down in the grass.

One needs a friend who says it's good to live, not because life is beautiful but because he has a friend. One needs a friend to stop crying. In order not to live leaning on the past in search of lost memories. Who slaps us on the shoulder smiling or crying, but who calls us friend in order to have the consciousness of what we are still living...

Martinus Nijhoff


Het Lied der Dwaze Bijen

Een geur van hoger honing
verbitterte de bloemen
een geur van hoger honing
verdreef ons uit de woning.
Die geur en een zacht zoemen
in het azuur bevrozen
die geur en een zacht zoemen
een steeds herhaald niet-noemen.

ried ons, ach roekelozen
de tuinen op te geven
riep ons, ach roekelozen
naar raadselige rozen.
Ver van ons volk en leven
zijn wij naar avonturen
Ver van ons volk en leven
jubelend voortgedreven

Niemand kan van nature
zijn hartstocht onderbreken
Niemand kan van nature
In lijve de dood verduren
steeds heviger bezweken
steeds helderder doorschenen
steeds heviger bezweken
naar het ontwijkend teken

stegen wij en verdwenen
ontwoerd ontlijefd ontzworven
stegen wij en verdwenen
als glinsteringen henen.
Het sneeuwt, wij zijn gestorven
huiswaarts omlaag gedwereld
Het sneeuwt, wij zijn gestorven
het sneeuwt tussen de korven.

Robert Herrick (1591-1674)


Gather ye rosebuds while ye may,
Old Time is still a-flying;
And this same flower that smiles today,
To-morrow will be dying.

The glorious lamp of heaven, the Sun,
The higher he's a-getting;
The sooner will his race be run,
And nearer he's to setting.

That age is best, which is the first,
When youth and blood are warmer;
But being spent, the worse, and worst
Times still succeed the former.

Then be not coy, but use your time,
And while ye may, go marry;
For having lost but once your prime,
You may for ever tarry.

Konstantinos Petrou Kavafis


September 1903

Laat ik mezelf tenminste nu bedriegen met illusies,
opdat ik niet de leegte van mijn leven merk.

Zovele keren ben ik zo nabij geweest.
En hoe verlamd, hoe schuchter, was ik,
waarom hield ik mijn lippen op elkaar
terwijl mijn lege leven in mij weende
en mijn begeerte zwarte kleren droeg.

Zovele keren zo dicht bij te zijn geweest,
bij de ogen, bij de zinnelijke lippen,
bij het gedroomde, geliefde lichaam.
Zovele keren zo dicht bij te zijn geweest.

J.C. Bloem


VERMANING

Wat klaagt ge, o zwakke ziel, nu dat de zon gaat dalen?
De dag was lang en heet, en zijn geluk niet veel
Maar laat den ijdelen hun vege zegepralen:
Beetren zijn heengegaan, en met een minder deel.

Henry David Thoreau


I went to the woods because I wished to live deliberately,
to front only the essential facts of life,
and see if I could not learn what it had to teach,
and not, when I came to die, discover that I had not lived.

Adriaan Roland Holst


Eens zullen allen die tussen ons kwamen
zijn weggevallen, wie weet nog hun namen....
Eens zal de vete zijn bijgelegd en zal
vergeten zijn ons bitter twee gevecht.
Eens zal het weer regenen stil, zoals toen aan zee
kom mij dan tegen en ga met mij mee.

Ingrid Jonker


Ladybird
('n Herinnering aan my moeder)

Glans oker
en 'n lig breek
uit die see.

In die agterplaas
êrens tussen die wasgoed
en 'n boom vol granate
jou lag en die oggend
skielik en klein
soos 'n liewenheersbesie
geval op my hand

Ingrid Jonker


Die kind is nie dood nie
die kind lig sy vuiste teen sy moeder
wat Afrika skreeu skreeu die geur van vryheid en heide
in die lokasies van die omsingelde hart

Die kind lig sy vuiste teen sy vader
in die optog van die generasies
wat Afrika skreeu skreeu die geur
van geregtigheid en bloed
in die strate van sy gewapende trots

Die kind is nie dood nie
nòg by Langa nòg by Nyanga
nòg by Orlando nòg by Sharpville
nòg by die polisiestasie in Philippi
waar hy lê met 'n koeël deur sy kop

Die kind is die skaduwee van die soldate
op wag met gewere sarasene en knuppels
die kind is teenwoordig by alle vergaderings en wetgewings
die kind loer deur die vensters van huise en in die harte
van moeders
die kind wat net wou speel in die son by Nyanga is orals
die kind wat 'n man geword het trek deur die ganse Afrika
die kind wat 'n reus geword het reis deur die hele wêreld

Sonder 'n pas