Gerrit Achterberg

Kleine ode aan het water

Zo staat de regen als een raam
over de bloemen, mond en maan
leggen er groot en rond zich aan,
liggen er groot en rond om dicht,
o Grevelingen, waaraan ik lig;
met mijn stelten in maan en water
staan meeuwen in mijn ogenwater
gespiegeld, sta ik spiegelend in
waterramen en maanbloemen.