Vaag soms hoe het was, steeds
duidelijker nooit hoe het zal.
Veel weten wij niet.
Hoeveel waarvan en voor wie,
waarom en wanneer dan, wij,
toeschouwers van het onzichtbare,
verstokte bedenkers van de eeuwigheid.
Veel kunnen wij niet.
Enkele dagen dit lichaam besturen,
deze aarde bestaan, daarop al eens
de hemel beramen. En wachten, allemaal
samen apart in kamers op elkaar of iets.
Of niet. Veel niet.
Geloven, reddeloos, en ongehoord
ophouden.