Adriaan Roland Holst (1888 - 1976)


Toen er niets meer dan afbraak overbleef
deed hij de glazen deuren langzaam open
en trad naar buiten en dacht: ik weerstreef
niet meer en zie van hopen en wanhopen
af nu het graf mij wacht. Ik heb geleefd,
gedronken en gegeten wat ik wilde
en alles wat ik in de avond schreef
blijft naast mij.