in de vertrekhal. Na je tas hebben we elkaar heart to heart omhelsd,
man ik kon je wel pijpen van plezier. Luister je eigenlijk nog.
We maakten stroeve vogels na, een doodsmak ontwierp je op papier
had je wat napret van je verveling. Het werd lastig redenen vinden op die manier.
Als het glas van je vinger springt zoek je iets tegen breukjes en zout op.
Het tapijt grijnst. Wil nu godverdomme iemand opstaan en me vasthouden.