We deden dingen omdat je dingen doet.
We richtten daden aan en lazen soms een boek
om te vieren dat gedachten niet vergingen.
of bleven haken aan een onverwachte blik
omdat er blikken zijn waarmee iets wordt bedoeld,
vooral wanneer bedoeld was wat wij wilden.
maar wat in gang gezet was ging zijn eigen weg toch weer.
We maakten plannen, legden ons erbij neer
dat dingen gingen zoals ze niet waren voorvoeld.
dat wat niet voorvoeld was onomkeerbaar bleek.
we lieten wat we hadden in de steek
en zochten naar wat ons verlaten had.