Rogi Wieg

Stupide om bij de dood te denken
aan een begin. Ik ben een afvalproduct,
niets anders dan een pratend dier,
tweepotige kat, gespiest op een houten
paal in het landschap van een krankzinnige.

Wie ons ontwierp kon niet rekenen, of wilde
geen rekening houden met de schoonheid
van wiskundige vergelijkingen in een denkbeeldige veelvlak.
Maar ik werd niet eens ontworpen, vermoed ik,
ik bezit niet het privilege van een maaksel
met handen en ogen gemaakt.

Niets bracht mij voort, helemaal niets,
behalve eerlijk verdeelde energie zonder ziel.
Homogeen, gelijkvormig heelal, ik zou een bijl
in je zetten als ik daarmee niet in mijn eigen verouderde
lichaam zou hakken.